maandag 28 februari 2011

Foto van de Week 28 maart

Jacob Senior


Op 7 februari 1980 werd de eerste GO-32 officieel geregistreerd op naam van Visserijbedrijf Sperling te Goedereede. Deze kotter was bij Padmos in Stellendam afgebouwd. In 1989 werd de kotter "Op hoop van zegen" door Sperling verkocht aan Jan 't Mannetje in Stellendam. De GO-32 werd omgedoopt tot "Martha Lena" en voer als SL-3 voor de Stellendamse vloot.

Sperling had ondertussen een nieuwe GO-32 laten bouwen bij Padmos. Deze kotter kreeg de naam "Jacob Senior". Tot 2005 voer hij voor de vloot van Goedereede, daarna werd hij verkocht aan De Jonge Johannes te Urk. Tot aan de sloop in 2008 voer hij als de UK-68 "Vrouw Marretje" in de Urker vissersvloot.

De familie Sperling verving de "Jacob Senior" door de iets kleinere eurokotter WR-136, die door Padmos aan hun wensen was aangepast. Deze kotter is geschikt voor het twinriggen, maar is ook ingericht voor de bokkenvisserij. In juni 2006 stoomde de nieuwste GO-32 "Endurance" voor de eerste keer op naar het noorden om op langoustines te vissen. Vorig jaar werd de "Endurance" verkocht aan J. Caljouw te Arnemuiden. Als ARM-46 "Cornelia Adriana" is deze kotter nog steeds in de vaart.

Bronnen:
1. Verschillende jaargangen Visserij-jaarboek
2. www.kotterfoto.web-log.nl
3. www.shipdata.nl via http://communities.zeelandnet.nl/data/rorifocus/index

maandag 24 januari 2011

Foto van de Week 14 februari 2011

Lammie

NLD 192400612

In 1924 werd bij de werf Bodewes in Martenshoek een nieuw schip gebouwd voor J. Oosterveld te Termunterzijl. Deze kotter werd als de TM 53 "Jantje" gebruikt voor de garnalenvisserij. In 1955 liep het schip aan de grond onder Ameland toen de schipper een paar dagen vrij genomen had. Na vier dagen lukte het de bemanning het schip op eigen kracht vlot te trekken.

Volgens reacties op http://kotterfoto.web-log.nl/ is het schip in de jaren '60 verkocht aan Folkert Sloot in Oostdongeradeel. Daarna heeft dit schip (volgens dezelfde bron) ook gevaren in de vissersvloot van Zoutkamp (ZK 14) en Terschelling (TS 9).

In 2001 werd het schip aangekocht door Visserijbedrijf Grinwis en Lokker te Goedereede. Tot 2005 voer het onder de naam "Lammie". In 2006 werd het gesloopt bij Heyghen recycling te Gent. Het bracht een bedrag op van € 174.220,=

bronnen:

1. Visserij jaarboek (diverse jaargangen)

dinsdag 30 november 2010

Foto van de Week 30 november

Lelystad

LR 8507391
call sign: PFOB
yardnr. 638

Rond 1900 was in Hardinxveld nog weinig industrie. In het najaar van 1901 wist Christiaan van Vliet, baas op scheepswerf De Ooij van Wiegerink & Co te Nijmegen, een stukje uiterwaard langs de Merwede te bemachtigen. Hier wilde hij een eigen scheepswerf stichten. Hij kwam in contact met aannemer Langeveld, die in de uiterwaarden een smederij wilde vestigen. Beide heren gingen een samenwerkingsovereenkomst aan: op 2 juli 1902 ging de nieuwe scheepswerf Langeveld & Van Vliet - scheepswerf "De Merwede" officieel van start. In 1913 werd de bedrijfsvorm omgezet in een Naamloze Vennootschap en veranderde de naam in "Scheepswerf De Merwede - vh. Van Vliet en Co".

De werf stond al snel hoog aangeschreven. De orderportefeuille was goed gevuld. Toch kwam ook voor "De Merwede" in de jaren '20 het moment waarop de opdrachten uitbleven. In het begin lukte het de werf de werknemers in dienst te houden door onderhoudsklussen te plegen en allerlei kleine klussen aan te nemen, maar na verloop van tijd vielen ook bij "De Merwede" ontslagen. Uiteindelijk bleven alleen de directieleden en enkele leden van de staf over. Omdat zij weinig om handen hadden, konden zij zich bezinnen op nieuwe doeltreffender technieken, die na 1936 in gebruik genomen werden.

Na 1936 kwamen er nieuwe opdrachten binnen en werden er weer personeelsleden aangenomen, waardoor de bedrijvigheid op het werfterrein toenam. In eerste instantie waren het nog geen grote orders, maar dat veranderde net voor de Tweede Wereldoorlog toen de werf de opdracht kreeg voor de bouw van een reeks schepen voor de Oranjelijn - de zgn. Lake-schepen, die speciaal ontworpen waren om door de sluizen en kanalen tussen de Canadese Meren te varen. Hiermee begon een nieuw tijdperk voor de werf.

Na de oorlog werd ook bij "De Merwede" hard gewerkt aan de wederopbouw. Er kwamen bedrijfswoningen voor het personeel en in de jaren '50 werd een bedrijfsschool opgericht. In de jaren '60 en '70 verwierf de werf verschillende opdrachten van grote (Nederlandse) bedrijven. Zo bouwde men in Hardinxveld verschillende schepen voor de reddingsmaatschappij. Ook het sleepbedrijf "Smit Internationale" was een belangrijke opdrachtgever voor de werf. In 1974 verwierf "De Merwede" de opdracht voor de bouw van twee sleepboten, die tot de sterkste van de wereld zouden gaan behoren: de "Smit Rotterdam" en haar zusterschip de "Smit London".

In die jaren begon de werf zich meer te specialiseren. Haar positie op zowel de binnenlandse als Europese markt was zeer goed. In 1984 werd besloten om die positie op de markt te verbeteren door zich te blijven richten op zgn. "Custom-built"-materiaal zoals ferries, sleepboten en baggerschepen.

In oktober 1986 liep een nieuwe hopperzuiger van stapel. De "Lelystad" - uitgerust met twee dieselmotoren die bij Werkspoor Amsterdam gemaakt waren - werd afgeleverd aan de Ballast Nedamgroep te Amsterdam. Het schip vaart nog steeds onder Nederlandse vlag en is verzekerd bij Bureau Veritas. Sinds 2006 is baggerbedrijf Van Oord de manager van de "Lelystad". Omdat het schip gekwalificeerd is om meer dan 15 mijl uit de kust te baggeren, wordt zij over de gehele wereld ingezet bij grote projecten. Op dit moment is de "Lelystad" onderweg van IJmuiden naar Puerto Moin (Costa Rica), waar zij op 3 januari verwacht wordt.


Bronnen:
2. Scheepswerf de Merwede 1902-2002 / Dick de Jong

zaterdag 6 november 2010

Foto van de Week 6 november

Waterway
LR 9240005
callsign PBBE
yardnr. 686

In februari 2001 liep bij "De Merwede" (vh. Van Vliet & Co.) te Hardinxveld een nieuwe sleephopperzuiger van stapel. Dit schip was uitgerust met 2 door Wärtsilä te Zwolle gebouwde motoren en behaalde een snelheid van 13.2 knopen.

De eigenaar van het schip was Westminster Dredging (beheer: Boskalis), de thuishaven Papendrecht en de naam: Waterway. In 2002 werd de Waterway gekozen tot schip van het jaar in de categorie "most technically-innovative vessel built".

Na negen jaar onder Nederlandse vlag gevaren te hebben, werd het schip in 2010 geregistreerd op Cyprus en veranderde het callsign (5BGD2). Op dit moment is het schip vanuit Las Palmas op weg naar Soyo, Angola, waar Boskalis in 2008 een nieuwe LNG exporthaven aangelegd heeft.


Bronnen:
1. verschillende jaargangen Lloyd's Registers


zondag 24 oktober 2010

Foto van de Week 24 oktober

Aleksandrovsk

LR 6821133
callsign: UKOG
yardnr. 16



Meer dan 400 jaar geleden werd in het hoge Noorden de eerste Russische havenstad gebouwd: Arkhangelsk. Vanuit deze stad werd in het begin alleen handel gedreven met de Europese Hanze, maar later voeren de schepen ook uit naar de overige landen van de wereld. Het was dus voor de Russen belangrijk, dat de haven goed bereikbaar bleef. Daarom was tijdens de oorlog tegen Zweden de verdediging van zijn "gate to the Russian Empire" voor Peter de Grote van groot belang. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het zelfs de enige Russische haven die open bleef.

De laatste decennia van de 19e eeuw en de eerste van de 20e zijn voor de havenstad van groot belang geweest. Ondanks het ontbreken van een spoorlijn als verbinding met het achterland werd het toegangskanaal vernieuwd en werd een begin gemaakt met de bouw van kades waaraan de coasters en zeeschepen af konden meren. Ook vertrokken vanaf 1912 verschillende poolexpedities vanuit Arkhangelsk.

Na de Tweede Wereldoorlog was de haven van Arkhangelsk aan een vernieuwing toe. Opnieuw werd de haven uitgediept, de wrakken van de schepen die in 1916/'17 in de haven gezonken waren, werden gelicht en er kwam een nieuw logistiek systeem, waardoor de vracht nog beter afgehandeld kon worden. In de 70-er jaren ging men over op een systeem, waarbij de haven ook onder de meest erbarmelijke winterse omstandigheden bereikbaar bleef. Dit vergde een grote inzet van o.a. de sleepboten, die de schepen naar hun havenplaats moesten brengen.

Eén van deze sleepboten was de "Aleksandrovsk". Dit schip werd in 1960 in de Volksrepubliek China voor Arkhangelskiy Otryad Spetsmorprovodki. Het was "ice-strengthened" en had 2 in Leningrad geproduceerde motoren, die in 1975 vervangen moesten worden. In 1999 werd het schip op naam van Petersburgskiy Otryad Spetsmorprovodki gezet. Samen met twee zusterschepen - "Petropavlovsk" en "Petrozavodsk" - werkte zij dat jaar in de haven van St. Petersburg. In 2000 werd zij verkocht aan Archmarine Transport uit Batumi (Georgië). Uit verschillende bronnen blijkt, dat het schip nog steeds voor deze eigenaar vaart.

Bronnen:
1. Verschillende jaargangen Lloyd's Registers
2. Verschillende jaargangen Marine News

zaterdag 16 oktober 2010

Foto van de Week 16 oktober


Dalmacija


LR 6411964
call sign YTND
yardnr. 243

Op 20 januari 1947 besluiten een aantal kleine Joegoslavische veerbootmaatschappijen samen te werken onder de naam "Jadrolinija". De maatschappij onderhoudt een lijndienst tussen de grote steden aan de Kroatische kust en verbindt de eilanden voor deze kust met het vasteland. Daarnaast exploiteert de rederij een internationale veerdienst op de Italiaanse havensteden Ancona en Bari. De meeste inkomsten worden tijdens het toeristenseizoen gegenereerd. In de periode tussen 1947 en 2010 vervoert Jadrolinija miljoenen passagiers. Tijdens zijn bezoek aan Kroatië in 2003 maakt ook paus Johannes Paulus II gebruik van de lijndienst. Op 9 juni van dat jaar vaart hij mee op de catamaran Judita.

In 1965 loopt bij de werf Uljanik in Pula een nieuw passagiersschip van stapel. Dit schip wordt "Dalmacija" gedoopt. Tot 2009 vaart het schip onder de vlag van Kroatië. De eigenaren wisselen echter regelmatig. Tot 2000 staat het schip op naam van Jadrolinija Cruises, daarna wordt de eigenaar Intercruise West Wind Croatia. De laatste Kroatische eigenaar is Adriatic Cruises, die het in mei 2009 voor $ 770.000,= verkoopt aan rederij Ballanas te St. Kitts & Nevis.

In de jaren 2000 tot 2009 wordt de "Dalmacija" een aantal keren opgelegd. In 2000 komt zij aan de ketting in Leith (UK), in 2004 in Venetië (I), in 2007 in Kiel (D) en tenslotte in 2009 in haar thuishaven Rijeka. Haar einde vindt zij op 10 december 2009 als zij in Alang aankomt om gesloopt te worden.

Bronnen:
1. verschillende jaargangen Lloyd's Register
2. Guide 00 : the annual passenger ship register. - Halmstad : ShipPax, 2000

vrijdag 17 september 2010

Foto van de Week 20 september

Mitra
LR 8109266
call sign: PBZW
yardnr.: 4608

In 1982 werd bij scheepswerf Damen in Gorinchem een nieuw schip gebouwd voor Rijkswaterstaat. Stork Werkspoor in Zwolle leverde de motoren. Dit Triple screw motorship, dat de naam "Mitra" kreeg, werd ingezet voor hydrografisch onderzoek. De eigenaar was - zoals hierboven al vermeld - Rijkswaterstaat (directie Noordzee), de manager Boskalis.

In 2003 werd het schip overgenomen door Multraship BV te Terneuzen. Als de "Multraship Commander" zou het in de daaropvolgende jaren ingezet worden voor offshore services. In 2005 werd het door Oceanteam in Den Helder gecharterd voor het installeren, controleren en repareren van kabels in de Europese wateren.

Op 4 juni 2007 werd het schip overgedaan aan Fugro, het sinds 1962 wereldwijd opererende ingenieursbureau voor FUnderingstechniek en GROndmechanica. Fugro heeft als missie het "verzamelen en interpreteren van gegevens van het aardoppervlak en onderliggende lagen, en het adviseren en ondersteunen van infrastructurele ontwikkelingen op het land, langs de kust en op de zeebodem". De "Fugro Commander", zoals de Mitra inmiddels genoemd wordt, vaart momenteel onder de vlag van Panama. Haar callsign is: HO3057. Vanmorgen rond 8.30 uur is zij vertrokken uit de Schotse havenstad Troon om haar werkzaamheden in de Ierse Zee voort te zetten.

Bronnen:
1. Diverse jaargangen Lloyd's Registers